Gedicht

Zeven leeuwen

Als je gaat slapen, tiereliedom,
dan weet je dat Droomkabouter komt
Welterusten en ogen dicht,
dan hoor je zo zijn droomgedicht

Zeven leeuwen met een grote bek
zitten achter een getralied hek
Ervoor staat de leeuwentemmer
op een omgekeerde emmer
De leeuwen zitten op een krukje
Eén van hen doet net een klein tukje
Dan pakt de man een stok met daaraan een lang touw
Een klap: boem! De leeuw denkt: Wel asjemenou!
Grr, gromt ie en hij doet zijn bek ver open
Zal ik jou eens een oplawaai verkopen?
Ineens gaat de leeuw voor het mannetje staan
O, denkt het publiek, hoe zal dat verder gaan?
De mensen beginnen luid te schreeuwen
Ze zien een kunstje van een man en zes leeuwen
De leeuw klimt op de emmer
Nu is hij de leeuwentemmer
De man begint zachtjes te grienen:
Hoe moet ik nou mijn geld verdienen?
Muuhrr, gromt de leeuw, dan laat ik je wel lopen
Wie moet er anders eten voor mij kopen?
De leeuw en de man wisselen meteen van plek
Maar… de leeuwentemmer stond wel een beetje voor gek!

Bij de eerste zonnestraal verdwijnt Droomkabouter gauw
Morgen vertelt hij vast weer een te gekke droom aan jou